Skip to main content

Zo vind je de persoonsvorm in een zin (en wat je daaraan hebt bij aantrekkelijk schrijven)

By 20 oktober 2022november 1st, 2022Taal en spelling
Persoonsv0rm-ben

Waarom leer je op school eigenlijk om de persoonvorm in een zin te vinden?

Ik weet nog hoe meester Jacques in groep acht een rijtje zinnen op het bord schreef. Ik moest met mijn klasgenoten de persoonsvormen zoeken. Achteraf gezien lijkt dat nutteloos.   

Maar was dat ook echt zo? 

Hoe vind je een persoonsvorm? 

Even een opfrisser. Je vindt een persoonsvorm door een zin vragend te maken. Het woord dat dan vooraan komt te staan, is het woord dat je zoekt. Neem als voorbeeld de volgende zin. 

Billy eet een taart. 

Eet Billy een taart? 

‘Eet’ is de persoonvorm.

Of: 

Billy heeft zijn broek ondergekotst

Heeft Billy zijn broek ondergekotst 

De persoonsvorm is ‘heeft’. 

Soms is een zin al vragend, dan is het makkelijk.

Ben ik de persoonsvorm in deze zin?

De persoonsvorm is het werkwoord ‘ben’, niet de persoon 😉

Waarom is een persoonsvorm belangrijk?

Het is ongeveer dertig jaar geleden dat ik dit trucje leerde. Inmiddels verdien ik met schrijven mijn brood. Maar met persoonsvormen houd ik me nooit bezig.

Behalve nu ik dit blogje schrijf.

En toch denk ik dat het nuttig was om naar persoonsvormen te speuren op school. Als je begrijpt wat dit zinsdeel doet, krijg je namelijk meer gevoel voor zinsbouw en aantrekkelijk schrijven. Ik zal je laten zien waarom. Maar eerst is het goed om vast te stellen wat een persoonsvorm eigenlijk is. Wat is de functie ervan?

In het filmpje hieronder leg ik de taalkundige functie uit. Lees verder om te lezen wat je er als schrijver aan hebt.

Wat is een persoonsvorm?  

Het is de werkwoordsvorm die hoort bij het onderwerp van de zin. De naam persoonsvorm zegt het eigenlijk al: welke vorm neemt de hoofdpersoon aan? (die hoofdpersoon kan ook een ding zijn: de schuurdeur piept)

In de eerste voorbeeldzin (Billy eet een taart) is de persoonsvorm heel beeldend: ‘eet’. Je ziet meteen voor je wat Billy aan het doen is. 

In de tweede voorbeeldzin (Billy heeft zijn broek ondergekotst) is de persoonvorm ‘heeft’. Dit werkwoord maakt nog niet meteen duidelijk wat er met Billy aan de hand is.

Pas als je het voltooid deelwoord (ondergekotst) verderop in de zin leest, zie je wat er is gebeurd. Natuurlijk is dat niet erg. Het is geen probleem om af en toe een voltooid deelwoord te gebruiken in je teksten. 

Beeldend schrijven

Maar een zin wordt veel beeldender als je een voor een beeldend werkwoord als persoonsvorm kiest. Je schotelt je publiek dan in een flits een haarscherp filmpje voor in hun hoofd. De tweede voorbeeldzin zou je ook zo kunnen opschrijven, met beeldende persoonsvormen.

Billy kotst zijn broek onder. 

Billy’s broek druipt van de kots. 

Kortom: de persoonsvorm maakt je bewust van de basis van je zin: wie of wat is je onderwerp en wat doet het? Daardoor ga je natuurlijk niet alleen aantrekkelijker schrijven. Als je weet welk onderwerp er bij een werkwoord hoort, maak je ook minder spelfouten

p.s.

Je kunt een persoonsvorm ook vinden door een zin in het meervoud of een andere tijd te zetten. Het werkwoord dat dan van vorm verandert, is de persoonsvorm. Dus: Billy heeft op zijn broek gekotst —> Billy had op zijn broek gekotst —-> ‘heeft’ is de persoonsvorm

Ben je nog steeds boos dat je uren van je leven hebt verspild aan het zoeken van persoonsvormen? Wees dan boos op Cornelis den Hertog. Hij zorgde ervoor dat dit zinsdeel zo belangrijk werd in het onderwijs.

Wist je trouwens dat de persoonsvorm altijd onderdeel is het van het gezegde in een zin.

Lees ook:

Dennis Rijnvis

Dennis Rijnvis, journalist voor onder meer De Volkskrant, Quest, Nu.nl en Psychologie Magazine. Maar ook schrijver van de thriller Savelsbos, uitgegeven door Cargo/De Bezige Bij. Op dit blog deel ik mijn inzichten en ervaringen op het gebied van schrijven.

Leave a Reply