Wat zie je in je verbeelding als je het woord regen leest? Waarschijnlijk komen er meteen beelden in je hoofd opzetten. Misschien een dreigende lucht met donkere wolken, regendruppels in een vijver, of paraplu’s.
En dan nu: dezelfde vraag, maar dan bij het woord precipitatie? Daar moet je waarschijnlijk wat harder over nadenken. Zie je überhaupt iets?
Een woordbeeld is het eerste beeld wat in het hoofd van mensen ontstaat als ze een woord lezen. Bij sommige woorden is het helder. Lezen mensen over vuur, dan zien ze vlammen. Vallen hun ogen op het woord paspoort, dan denken ze vrijwel zeker aan het rode boekje je bij de douane laat zien. Komen je lezers het woord hondendrol tegen, dan zien – en ruiken ze misschien ook wel – een opgekruld, dampende stuk stront.
(Met deze woorden zet je ook het geluid aan in je tekst)
Waarom een woordbeeld belangrijk is
Bij andere woorden is het woordbeeld waziger. Als mensen het woord hond lezen, zal de één aan een Duitse herder denken en de ander aan een poedel. En soms komt er helemaal geen beeld in het hoofd van je lezers. Als je veel woorden gebruikt die abstract zijn bijvoorbeeld. Denk aan: antecedent, mutatie, iteratie (en andere moeilijke woorden).
Of aan het eerder genoemde woord precipitatie, dat ‘neerslag’ of ‘regen’ betekent. Meteorologen gebruiken de term soms als ze over neerslag schrijven. Het woord zal bij de meeste mensen weinig beelden oproepen, sterker nog waarschijnlijk gaat het beeld van de meeste lezers op zwart. Ze zien helemaal niets voor zich, en hun gedachten dwalen af.
Voorkom dat in je eigen teksten – laat de lezer niet in het donker zitten. Gebruik zo veel mogelijk woorden met sterke woordbeelden. Je tekst gaat dan leven, je lezers zien voor zich waar je over schrijft, je neemt ze mee in het verhaal. Je bent de regisseur van hun verbeelding. Je laat ze in de vlammen van een haardvuur kijken, door een regenbui lopen of in een hondendrol stappen. Vermijd woorden als precipitatie of iteratie als het kan. Met te veel van die abstracte begrippen raak je de regie kwijt over de beelden in hun hoofd.
Weet je van jezelf dat je niet de meest beeldende teksten schrijft? Dit zijn de drie belangrijkste ingrepen om het licht in je tekst aan te zetten.
1 – vervang ‘onzichtbare’ zelfstandige naamwoorden
Scan je tekst op zelfstandige naamwoorden die je niet meteen voor je ziet. Verbeter het woordbeeld door een synoniem te zoeken dat wél tot de verbeelding spreekt.
Niet:
De kooi in de dierentuin lag vol met feces.
Wel:
De kooi in de dierentuin lag vol met drollen.
Niet:
Op Schrijfvis vind je content over taal en schrijven
Wel:
Op Schrijfvis vind je verhalen over taal en schrijven
2 – Maak ‘makkelijke’ zelfstandige naamwoorden specifieker
Gebruik niet de eerste zelfstandige naamwoorden die in je opkomen. Als je een straat in een woonwijk beschrijft, heb je het al snel over ‘huizen’, maar dat kan specifieker. Zijn het ‘villa’s’, ‘arbeidershuisjes’ , of ‘bouwvallen’. Durf dat te benoemen, speel met het woordbeeld van je lezer.
Niet:
Franka fietst op een slecht onderhouden fiets.
Wel:
Franka fietst op een rammelbak.
Niet:
Het zit hier vol met insecten.
Wel:
Het zit hier vol met spinnen en vliegen.
3 – Vervang saaie werkwoorden door levendige werkwoorden
Vaak kun je formele of saaie werkwoorden vervangen door beeldende varianten. Het beeld dat je met een zin oproept wordt dan meteen sterker.
Niet:
Hans fulmineert tegen de rechter
Wel:
Hans vloekt en tiert tegen de rechter
Lees ook:
– Zo zet je het geluid in je tekst aan
– Deze 21 woorden kun je altijd schrappen
– Vermijd deze twijfelwoorden in je tekst
Schrijf je net als 10.000 anderen in voor mijn wekelijkse schrijftip. De ‘gouden’ tip ontvang je meteen! Klik op de mail.
Boek schrijven?
Abonneer je op mijn speciale nieuwsbrief voor schrijvers van boeken. Elke week inspiratie en tips.
Wie is Schrijfvis eigenlijk? En wat kun je hier doen?
Klik op de button en neem een kijkje bij de cursussen: je kunt meteen beginnen!
Welke schrijfcursus op Schrijfvis past bij jou? Vergelijk de cursussenLuister de Schrijfvis-podcast
Verrassende interviews met inspirerende schrijvers, copywriters, journalisten zoals Mensje van Keulen, Govert Schilling, Aartjan van Erkel, Jozua Douglas en de bekendste literair agent van Nederland.
Luister de podcast
.
Beste,
Een duidelijk verhaal maar toch even melden dat spinnen geen insecten zijn. 🙂
Niet:
Het zit hier vol met insecten.
Dus ook niet
Het zit hier vol met spinnen en vliegen.
Dus wel:
Het zit hier vol met oorwurmen en vliegen. 🙂