Skip to main content

Moet je netwerken als journalist? Ik ben er anders over gaan denken

netwerken-journalisten

Ik schreef deze maand twee artikelen die je niet op dit blog zult tegenkomen. Eentje gaat over het nut van zonnebrillen, de ander over de Russische geschiedenis van de Amerikaanse staat Alaska. Binnenkort verschijnen die verhalen in Quest en Algemeen Dagblad

Kortom: ik werk sinds lange tijd weer als freelance journalist. 

Na een periode van overspannenheid, schreef ik bijna drie jaar lang vooral blogs met schrijftips, en gaf ik schrijfcursussen als Schrijfvis. Dat werk vind ik nog steeds geweldig. Maar ik miste iets. Als freelance wetenschapsjournalist hoef ik met niet te beperken tot het onderwerp schrijven. Ik kan zonder grenzen mijn nieuwsgierigheid volgen. 

En dus besloot ik vorige maand een paar oude opdrachtgevers te mailen met de vraag of ik weer wat artikelen kon schrijven. Al snel had ik weer een paar klussen in mijn agenda. Dat maakte me ervan bewust hoe belangrijk een goed netwerk is voor een freelance journalist. 

En dat terwijl ik ‘netwerken’ lang een vies woord vond. 

Waarom netwerken geen vies woord is

Als beginnend journalist walgde ik van het idee dat je moest netwerken. Ik zag dan een beeld voor me van journalisten in een rokerige kroeg, die onder het genot van een glas whiskey de leukste klussen gaven aan hun vrienden van het studentencorps. 

Ik wilde niet geen journalist worden op basis van vriendjespolitiek. Het ging er toch om hoe goed je kon schrijven? 

Maar inmiddels kijk ik genuanceerder naar het idee van netwerken in de journalistiek. De artikelen die ik deze maand schreef voor Quest en het AD kwamen tot stand door contacten met bevriende journalisten – mensen die ik jaren geleden ontmoette op borrels en conferenties. 

Dat klinkt alsof ik zelf opeens een voorstander ben van carriere maken op oude-jongens-krentenbrood-manier. Maar dat is niet zo. 

Nog steeds vind ik het vervelend als ik op een borrel mensen ‘gemaakt’ vriendschappelijk zie doen tegen mensen waarvan ze iets willen. Meestal leidt dat tot ongemakkelijke situaties. 

Volgens mij is netwerken vooral zinvol als het doet zonder na te denken. Dat klinkt gek, maar voor mij werkt het?

Wat is netwerken zonder nadenken

In elke groep mensen – of het nu journalisten zijn, filmmakers, of wiskundigen – kom je mensen tegen met wie je op een natuurlijke manier klikt. Je hebt een gedeelde interesse, of dezelfde achtergrond of dezelfde rare humor.  

Met mijn collega en inmiddels goede vriend Roel van der Heijden brainstormden ik ooit op een borrel over alternatieve namen voor deze website. Hij vond dat ik mijn website beter Schrijfhond had kunnen noemen, met als slogan: typen, hond!   

Vreemde humor, ik weet het. Maar wij kwamen niet meer bij van het lachen.  

Mensen met wie je zo makkelijk klikt, komen in je professionele netwerk zonder dat je er bewust mee bezig bent. Na een tijdje vraag je elkaar vanzelf om hulp in je werk, bijvoorbeeld als je moet onderhandelen over een tarief, of twijfelt over een klus. 

Inmiddels hebben Roel en ik verschillende schrijfklussen samen gedaan. En het nieuwe artikel dat ik schreef voor het AD heb ik ook danken aan een bevriende journalist. Ik drink vaak een biertje met  collega-freelancer Leo van Marrewijk. Toen hij hoorde ik dat weer eens voor kranten wilde schrijven, kwam hij meteen in actie. 

Hij stuurde een mail naar de redactie van het AD, waar hij zelf veel voor werkt. Door zijn aanbeveling werd ik gevraagd om een artikel te schrijven over het nut van zonnebrillen. 

Anders dan de naam doet vermoeden gaat netwerken zonder nadenken niet helemaal vanzelf. Om gelijkgestemde mensen uit dezelfde beroepsgroep te treffen, moet je wel naar de juiste plekken gaan om ze tegen te komen. Onderaan dit artikel vind je een overzicht van de beste netwerkplekken voor journalisten.

Wat als je niet klikt? Kun je dan toch netwerken?

Maar – ik hoor je denken – wat nou als je wil netwerken met mensen waarmee je  géén natuurlijke klik voelt. Stel: je ziet de hoofdredacteur van een krant waarvoor je graag wil schrijven, maar het is absoluut niet jouw type.

Natuurlijk kun je ook dan netwerken, maar maak deze fouten niet: 

Doe niet net alsof je wel de beste vrienden zult worden. Ga je niet anders gedragen. Lach niet mee om grappen die eigenlijk niks voor jou zijn. Ook niet als iemand jouw een fantastische klus of baan kan geven.

Die vorm van ‘gemaakt’ netwerken leidt gegarandeerd tot ongemakkelijke situaties. 

Kies liever voor een ‘natuurlijke’ aanpak, waarbij je juist benoemt dat je elkaar niet kent. Stap op de ander af en zeg beleefd maar direct wat je zou willen. Zo klampte ik op een borrel ooit kort een redactielid van Quest aan. Ik zei iets als: 

‘Wij kennen elkaar helemaal niet, maar ik hoorde dat je voor Quest werkt. Ik vind dat een geweldig blad. Als ik ervoor zou willen werken, hoe moet ik dat dan aanpakken?’ 

Belangrijk is dat je geen druk op de ander legt. Vertel wie je bent. Toon je nieuwsgierigheid en ambitie. Maar verwacht niets. Wees dankbaar voor elke tip, ook als je er niet direct iets mee kunt. 

Zelf kreeg ik te horen dat ze bij Quest geen mensen zochten. Maar na een kort gesprekje vertelde het redactielid dat ze bij het zusterblad Quest Historie wel plek hadden voor goede freelancers. Ik kreeg een mailadres van een redacteur, bij wie ik met succes een artikel pitchte. Met haar heb ik tot op de dag van vandaag een goed contact per mail. 

Zo goed dat ik nu – na een afwezigheid van drie jaar – weer een artikel voor haar heb geschreven over het Russische verleden van Alaska. 

De beste plekken om te netwerken voor journalisten

Allemaal leuk en aardig, dat netwerken. Maar waar begin je? Dit zijn in mijn ogen de vijf beste plekken om te netwerken als journalist. 

1 – Regel een stageplek

Als je net begint, regel dan een stageplek. Nergens leg je zo makkelijk contact als op een redactie van een krant, tijdschrift op website. Als je goed werk aflevert, word je vrijwel zeker gevraagd om als freelancer aan te blijven. 

Zelf begon ik in 2003 als stagiair bij het maandblad KIJK. Voor dat blad heb ik nog zeker 10 jaar artikelen geschreven. Trek de stoute schoenen aan, stuur vandaag nog een mail naar je favoriete redactie. Op de website Villamedia kun je soms stageplekken vinden.

2 – Word lid van een beroepsvereniging 

Sluit je aan bij een beroepsvereniging voor journalisten. Ga naar borrels of andere activiteiten en drink bier, koffie of spa rood met vakgenoten. Dat gaat je netwerk gegarandeerd vergroten.  

Zelf ben ik inmiddels tien jaar lid van de VWN, de vereniging voor wetenschapsjournalisten. Op een borrel van deze organisatie legde ik contact met de redactie van Quest. 

Dit zijn de belangrijkste beroepsverenigingen voor journalisten:

  • De NVJ – organiseert talloze activiteiten: van cursussen tot borrels en symposia. Ze hebben een blad en een website. En deze beroepsvereniging organiseert zelfs rechtsbijstand.  
  • De VWN – Mijn favoriet: een vereniging voor wetenschapsjournalisten met geweldige borrels, leuke activiteiten en een mailinglijst. 
  • De Coöperatie – Deze organisatie biedt opleidingen, borrels en zelfs hulp bij het werven van fondsen. 

3 – Ga naar een conferentie 

Journalistieke conferenties zijn een geweldige manier om andere journalisten en opdrachtgevers te leren kennen. In de pauzes en op de borrel na afloop is de drempel om anderen aan te spreken laag. 

Vraag gewoon wat ze van de sprekers en workshops vonden. 

Zelf ben ik bevriend geraakt met verschillende wetenschapsjournalisten toen ik in 2014 de conferentie ESOF (voor wetenschappers en journalisten) bezocht in Denemarken. Dit zijn in mijn ogen de leukste conferenties in Nederland: 

4 – Ga op een flexplek werken 

Als freelance journalist heb je vaak weinig directe collega’s. Voor mij zijn flexplekken de oplossing. Je leert dan op een ongedwongen manier andere freelancers kennen tijdens bijvoorbeeld lunchpauzes. 

Zelf ontmoette ik bijvoorbeeld journalist Elleke Bal op een flexplek. Zij hielp me op een leuke manier om deze website te beginnen

Mijn favoriete flexplekken:

  • Nomadz – Een werkplek met een geweldig uitzicht over Den Haag
  • Het Vakwerkhuis – Een kleine oase voor freelancers in Delft
  • Het Stadslokaal – Een fantastische werkplek in het gezelligste steegje van Leiden. 

5 – Stuur eens een mailtje

Ook online kun je netwerken. Wees eens brutaal en stuur een mailtje naar een tijdschrift of website waarvoor je graag zou schrijven. Zelf benaderde ik ooit de redactie van NU.nl, omdat ik vond dat ze maar weinig nieuwsberichten over wetenschap hadden. 

Na een korte mailwisseling met toenmalig hoofdredacteur Laurens Verhagen, kon ik aan de slag als wetenschapsredacteur. Ik heb bijna acht jaar voor de website gewerkt. 

Bij Schrijfvis heb ik voorlopig geen plek voor freelancers, maar je kunt natuurlijk altijd proberen me te overtuigen 😉 

Lees ook:

Schrijf je net als 10.000 anderen in voor mijn wekelijkse schrijftip. De ‘gouden’ tip ontvang je meteen! Klik op de mail.

Boek schrijven?

Abonneer je op mijn speciale nieuwsbrief voor schrijvers van boeken. Elke week inspiratie en tips.

Wie is Schrijfvis eigenlijk? En wat kun je hier doen?

Klik op de button en neem een kijkje bij de cursussen: je kunt meteen beginnen!

Welke schrijfcursus op Schrijfvis past bij jou? Vergelijk de cursussen

Luister de Schrijfvis-podcast

Verrassende interviews met inspirerende schrijvers, copywriters, journalisten zoals Mensje van Keulen, Govert Schilling, Aartjan van Erkel, Jozua Douglas en de bekendste literair agent van Nederland.

Luister de podcast

Dennis Rijnvis

Dennis Rijnvis, journalist voor onder meer De Volkskrant, Quest, Nu.nl en Psychologie Magazine. Maar ook schrijver van de thriller Savelsbos, uitgegeven door Cargo/De Bezige Bij. Op dit blog deel ik mijn inzichten en ervaringen op het gebied van schrijven.

Leave a Reply