Skip to main content

Podcast: kinderboekenschrijver Jozua Douglas over schrijven voor kinderen

By augustus 17th, 2020Boek schrijven
jozua douglas

‘Had ik als kind graag een op afstand bestuurbare bromvlieg gehad om anderen af te luisteren? Ja, dat weet ik wel zeker. Daarom stopte ik die gadget in mijn boekenreeks Costa Banana. In zekere zin schrijf ik mijn boeken voor mezelf, maar dan wel voor mezelf als kind. Wat interesseerde mij toen ik een jaar of 10 was? Die vraag stel ik mezelf vaak bij het schrijven voor kinderen.’ 

Als iemand weet hoe je een kinderboek schrijft, is het Jozua Douglas. Hij is één van de meest succesvolle Nederlandse kinderboekenschrijvers van de laatste jaren. In de eerste Schrijfvis-podcast (luister in de player hieronder, in Spotify of bij Apple) geeft hij een inkijkje in zijn schrijfproces. In het geschreven interview daaronder krijg je een voorproefje.

Schrijven voor kinderen volgens Jozua Douglas

Jozua Douglas leerde het vak met vallen en opstaan. Zo ontving hij vele afwijzingen van uitgeverijen voordat hij in 2009 debuteerde met het prentenboek De Kusjeskrokodil. En hij zwoegde maar liefst drie jaar op het manuscript voor het boek waarmee hij doorbrak, De Verschrikkelijke Badmeester. Inmiddels is Douglas een bekende naam in de kinderboekenwereld. Hij schreef in 2018 het kinderboekenweekgeschenk De Eilandenruzie over de kinderen van twee ruziënde dictators. 

Hoe bedenkt Jozua Douglas zijn verhalen en de grappen die erin voorkomen? Hoe perfectionistisch is hij bij het schrijven, en hoe gaat hij om met bijvoorbeeld clichés? Een interview.

Veel mensen willen net als jij schrijven voor kinderen. In hoeverre In hoeverre moet je je schrijfstijl aanpassen als je een kinderboek schrijft? 

Jozua Douglas: Een kind heeft minder leeservaring, daar moet je in mijn ogen rekening mee houden bij het schrijven voor kinderen. Af en toe gebruik ik bijvoorbeeld clichés of kortere zinnen dan je misschien zou willen. Ik zet soms een punt achter een zin, en dan ik dit: dit is eigenlijk niet zo mooi, een komma zou beter zijn. Maar dan zet ik bewust toch een punt voor mijn lezer. 

Ook in mijn stijl doe ik soms concessies. Neem bijvoorbeeld een zin als: hij was boos. Dat is eigenlijk niet zo’n mooie zin. Een literaire schrijver zal zeggen: ‘show don’t tell’. Laat zien dat je karakter boos is door bijvoorbeeld te beschrijven door hoe hij kijkt of, welke bewegingen hij maakt. En dat klopt ook, dat is mooier. Maar voor kinderen is een zinnetje als ‘hij was boos’ soms heel fijn. Ze hoeven daar niet over na te denken, ze begrijpen meteen wat er staat en kunnen meer opgaan in het verhaal.  Daarmee zeg ik niet dat je alleen maar moet beschrijven, dat zou ook weer saai worden.

Maar mijn doel is niet om ‘mooie boeken’ te schrijven die goed worden ontvangen door literair recensenten van de grote kranten. Ik ben geen literaire kinderboekenschrijver die het belangrijk vind om bijvoorbeeld de Gouden Griffel te winnen. Die prijzen worden uitgereikt door volwassenen. Dat zijn niet mijn lezers. Ik schrijf voor kinderen, en ik wil dus ook boeken schrijven waarin kinderen zich echt kunnen verliezen.

Hoe bedenk je het plot voor je boeken? Weet je van te voren al hoe een verhaal eindigt, of bedenk je het het einde pas tijdens het schrijfproces?

Jozua Douglas: Mijn werkwijze zit daar tussenin. Ik denk eerst lang na over het verhaal en de personages. Daarna begin ik gewoon te schrijven, zonder dat ik het einde weet.  Ik heb namelijk ontdekt dat het slot van het verhaal vaak verborgen zit in de eerste drie of vier hoofdstukken. Als het schrijven van die hoofdstukken goed lukt, dan ontdekt ik vaak beginnetjes van verhaallijnen die aan het einde bij elkaar kunnen komen. Dan stop ik weer even en bedenk ik hoe het slot dan precies in elkaar zou kunnen vallen. 

Vervolgens denk ik het plot uit. Op verschillende kaartjes schrijf ik wat er in na het begin in elk hoofdstuk moet gebeuren om bij het einde te komen dat ik voor ogen heb. 

Natuurlijk lukt dat niet altijd. Soms werkt het einde dat ik voor ogen had niet, of de personages passen er niet goed bij. Dan moet ik opnieuw beginnen. Zo ga ik steed heen en weer tussen schrijven en plotten. Zo heb ik er drie jaar over gedaan voordat ik het boek De verschrikkelijke badmeester schreef. 

Hoe is dat verhaal in de loop van de tijd veranderd? 

Jozua Douglas: De Verschrikkelijke badmeester was het eerste jeugdboek dat ik schreef. Het gaat over een jongen, Lev, die van zijn vader op zwemtraining moet bij een verschrikkelijke badmeester. Toen ik net begon aan het boek was de vader, meneer De Bruin een gemene man, die per sé wilde dat zijn zoon een beroemde zwemkampioen moest worden. 

Maar al snel merkte ik dat het verhaal daardoor te weinig humor kreeg. Het moest grappiger. Toen dacht ik: meneer De Bruin is niet gemeen, hij is juist een overdreven fan van zijn zoon. Hij gelooft dat zijn zoon enorm getalenteerd is en koopt allerlei spullen voor hem, en hij stelt zich al helemaal voor hoe het zal zijn als Lev beroemd is en handtekeningen moet uitdelen. Daardoor werd het verhaal leuker, het werd grappig en gek. Zo vond ik een betere toon voor het het boek. 

Je verhalen zitten vol met grappen en fantasierijke gebeurtenissen. Hoe bedenk je die? 

Jozua Douglas: ik houd ervan om lijstjes en gekke weetjes in mijn boek te verwerken. Vaak zijn ze gebaseerd op de werkelijkheid. Toen ik bijvoorbeeld over spionage schreef in de Costa Banana-serie, kocht ik een handboek voor spionnen om erachter te komen hoe zij mensen achtervolgen of ervoor zorgen dat ze niet afgeluisterd worden. Voor een deel waren dat   clichés uit spionageroman, maar ik vind het leuk om daarmee te spelen. Zo gaan spionnen vaak bij een fontein zitten, omdat ze door het geruis van het water dan niet goed afgeluisterd kunnen worden, of ze laten op de achtergrond een kraan stromen als ze met iemand praten. Voor een kinderboek is dat soort informatie in mijn ogen extra leuk, omdat kinderen er iets aan hebben. Ze spelen dat soort dingen vaak na. 

Verder ben ik erg alert op leuke berichten in bijvoorbeeld kranten. Als ik iets opmerkelijks lees, maak ik een notitie in mijn telefoon en dan belandt zoiets later in een boek. Soms bedenk ik ook spontaan iets tijdens het schrijven. 

Meer weten over schrijven voor kinderen en het schrijfproces van Jozua Douglas? Luister dan de Schrijfvis-podcast aflevering 1, waarin hij uitlegt hoe je als schrijver kunt omgaan met perfectionisme, hoe je het einde van een boek kunt bedenken, en wat het verschil is tussen literaire en populaire kinderboekenschrijvers. Maar Jozua Douglas vertelt ook over een oma die net zo hard snurkt als een straaljager, en hij onthult hoe je ontsnapt uit een kamer met een afgesloten deur. 

De foto boven dit artikel is van fotograaf Mark Kohn.

Zelf schrijven voor kinderen? Doe inspiratie op met de boeken van Jozua Douglas:

Schrijf je net als 10.000 anderen in voor mijn wekelijkse schrijftip. De ‘gouden’ tip ontvang je meteen! Klik op de mail.

Boek schrijven?

Abonneer je op mijn speciale nieuwsbrief voor schrijvers van boeken. Elke week inspiratie en tips.

Wie is Schrijfvis eigenlijk? En wat kun je hier doen?

Klik op de button en neem een kijkje bij de cursussen: je kunt meteen beginnen!

Welke schrijfcursus op Schrijfvis past bij jou? Vergelijk de cursussen

Luister de Schrijfvis-podcast

Verrassende interviews met inspirerende schrijvers, copywriters, journalisten zoals Mensje van Keulen, Govert Schilling, Aartjan van Erkel, Jozua Douglas en de bekendste literair agent van Nederland.

Luister de podcast


Dennis Rijnvis

Dennis Rijnvis, journalist voor onder meer De Volkskrant, Quest, Nu.nl en Psychologie Magazine. Maar ook schrijver van de thriller Savelsbos, uitgegeven door Cargo/De Bezige Bij. Op dit blog deel ik mijn inzichten en ervaringen op het gebied van schrijven.

Leave a Reply