Skip to main content
clichés

Clichés in je tekst, hoe kom je er vanaf? – interview met schrijver Peter Zantingh

By Boek schrijven, Schrijftips algemeenNo Comments

Schrijver en NRC-journalist Peter Zantingh publiceerde onlangs een boek dat barst van de clichés. Het gaat namelijk over voetbaltaal. In We vergaten te voetballen analyseert hij op een grappige manier de meest opvallende uitspraken van voetballers, voetbaltrainers en voetbalverslaggevers. Er zitten veel clichés bij:

‘Dat is een doelpunt uit het boekje.’
‘Dat is inherent aan het voetbal.’
‘We moeten hoog in de concentratie zitten.’
‘We zijn door de ondergrens gezakt.’
Zelf schrijft Zantingh allesbehalve clichématig. Hij is ook auteur van twee literaire romans, De eerste maandag van de maand en Een uur en achttien minuten. Dat laatste boek werd genomineerd voor de Dioraphte Jongerenliteratuur Prijs, mede vanwege Zantingh’s heldere en rake taalgebruik. In dit interview op Schrijfvis geeft Zantingh tips om clichés te herkennen en uit je teksten te schrappen.

Read More
sneller schrijven

Sneller schrijven: 11 tips en een vreemde natuurwet om rekening mee te houden

By Schrijftips algemeen2 Comments

Misschien kan ik beter conducteur worden. Steeds als ik een lange treinreis maak, verbaas ik me mezelf met een paar efficiënte werkuren. Zittend op een een krap treinbankje, kan ik op de op één of andere manier sneller schrijven dan achter mijn bureau.

In dit artikel leg ik uit hoe dat komt, en je maakt kennis met een gigantische hond die me van het schrijven afhield.

Read More
passieve zinnen

Hoe passieve zinnen je teksten onnodig saai maken – 6 inzichten voor minder wolligheid

By Schrijftips algemeen37 Comments

‘Timide schrijvers houden van passieve zinnen, net als timide minnaars van passieve bedpartners houden.

Stephen King – Over Leven en Schrijven

Deze quote schoot door mijn hoofd toen ik onlangs de eerste versie van een artikel teruglas dat ik schreef voor Quest.  Het stuk ging over kinine, een medicijn tegen malaria uit de negentiende eeuw dat Nederland lange tijd als enige land ter wereld op grote schaal produceerde.  Een interessant onderwerp, maar ik schreef het niet overal even meeslepend op. In het artikel zaten zinnen als:

Van de bast van de kinaboom werd een drankje gemaakt dat de malariaparasiet doodde.

Meer dan 90 procent van alle kinine werd in Nederlandse kolonies geproduceerd

Jaarlijks werd ongeveer 7000 ton kinabast en 180 ton pure kinine verscheept naar andere landen

De eindredacteur onderstreepte ze en schreef erbij: ‘Heel veel lijdende vormen, herschrijven alsjeblieft.’ En ze had gelijk.  Zinsconstructies zoals hierboven zijn passief van aard, er zitten geen handelende personages in. Daardoor halen ze de vaart uit het verhaal. Actief schrijven verdient altijd de voorkeur.

Wat is een passieve zin?

In een lijdende zin is het onderwerp niet actief. Het ondergaat slechts een handeling en laat zich dus als het ware gebruiken – inderdaad, een beetje zoals een passieve bedpartner.

In een actieve zin zeg je bijvoorbeeld:

Lola neemt de taxi naar huis

Zeg je hetzelfde in een lijdende zin, dan is Henk opeens heel passief

Lola wordt door een taxi naar huis gebracht

Lijdende zinnen zijn alleen omslachtig. ze zijn vaak ook vaag, omdat niet precies duidelijk is wie de handeling uitvoert. Kijk nog eens naar deze zin uit mijn artikel.

Van de bast van de kinaboom werd een drankje gemaakt dat de malariaparasiet doodde.

Maar wie verwerkt de bast nu precies tot een drankje tegen malaria? Dat blijft een raadsel door de passieve constructie.

Toen ik de zin omboog naar een actieve vorm, veranderde dat. Er ontstond een krachtiger beeld en meer actie.

Indianen in Peru maakten van de bast van de kinaboom een drankje dat de malariaparasiet doodde.

Kortom: lijdende zinnen maken een verhaal meestal niet sterker. In dit artikel zet ik daarom op een rijtje hoe je passieve taalconstructies opspoort, hoe je ze ombuigt, maar ook wanneer ze juist wel van pas komen in een artikel.

Read More
reisverhaal schrijven, reisjournalistiek

Reisverhaal schrijven? Begin alsjeblieft niet over de aardige bevolking

By Schrijftips algemeenNo Comments

Ga je een reisverhaal schrijven? Zet dan alsjeblieft niet in je artikel dat de bevolking zo aardig is. Dat is zomaar een tip van Iris Hannema, ook wel ‘de stoerdere versie van Floortje Dessing‘ genoemd. Als iemand weet hoe je een reisverhaal schrijft, is zij het. Hannema bezocht 100 landen en schreef verhalen voor onder meer National Geographic, nrc.next, Vogue, en Trouw. Een greep uit haar werkplekken van de laatste 10 jaar: een boot op de Amazone, de sloppenwijken van Rio en een salsaclub in Addis Abeba.

Klinkt als een jaloersmakende baan, maar een reisverhaal schrijven is niet alleen maar spannend en avontuurlijk. Hannema zit ook grote delen van de dag te werken achter haar laptop. Hoe verwerkt ze haar ervaringen tot aansprekende artikelen? Welke woorden vermijdt ze en vanuit welk perspectief schrijft ze graag?

Zeven vragen aan één van de beste reisjournalisten van Nederland. Ga je zelf een reisverhaal schrijven, opletten!

Read More
zakelijke mail

7 tips voor kortere e-mails waarop je sneller antwoord krijgt

By E-mails schrijvenNo Comments

In deze post lees je een klein drama over een zakelijke mail die ik stuurde, maar je krijgt ook informatie over de seksuele gewoontes van vleermuizen.

‘Hij heeft nog steeds niet geantwoord’, zei ik tegen een kantoorgenoot. Ik was heen en weer aan het mailen met een redacteur van een krant over een reisverhaal dat ik wilde maken. Ongeduldig zat ik te wachten totdat hij mijn laatste bericht zou beantwoorden, al drie dagen checkte ik om het halfuur in mailbox.

Ik was eerst vooral verontwaardigd dat hij niet reageerde. Toen besefte ik: zelf wacht ik soms ook lang met het beantwoorden van e-mails. Zelfs als ik weet dat de afzender erop zit te wachten.

Vorig jaar schreef ik een artikel in de Volkskrant over de vraag waarom het zo lastig is om praatjes aan te knopen met vreemden. Mijn mailbox zat een dag later vol met mails van mensen die zich in het verhaal herkenden.

Ik beantwoordde ze allemaal, behalve het langste bericht. Het kwam van een vrouw die regelmatig probeerde om praatjes te maken met onbekenden, maar meestal werd afgewimpeld.

Ze vroeg hoe ik te werk was gegaan, wat ik van haar verhaal vond, of haar aanpak niet raar was en ze deed een paar jeugdervaringen uit de doeken.  Het mailtje bestond uit zeker zes alinea’s met vragen en ervaringen.

Ik was vereerd door haar mail, maar ook geïmponeerd. Door de lap tekst had ik het gevoel dat ik een lange, indrukwekkende e-mail moest terugsturen, maar ik wist niet precies wat ik haar moest schrijven. Daarnaast had ik die dag een deadline.

Ik stelde het antwoord uit.

Mijn zakelijke mail over het reisverhaal aan de redacteur was vergelijkbaar met de mail van de vrouw. Het bericht bevatte meerdere vragen: wat vond hij van het idee voor het reisverhaal? Wat dacht hij van de route?  Ik begon ook over de onkosten die wilde hebben en ik gooide een balletje op over een fotograaf die ik wilde meenemen en hoe veel zij zou kosten.

Het is niet zo gek dat hij het antwoord uitstelde. Een zakelijke mail is geen brief waar mensen voor gaan zitten met een kop koffie, ze willen snel door met hun werk.

Je kunt een mailwisseling volgens mij vergelijken met een gesprek. Als iemand vijf minuten aan het woord blijft, verlies je je aandacht.

In het vervolg van deze post krijg je 7 tips voor minder langdradigheid in je mails.

Read More
Meisje in de trein

Schrijfster van Het meisje in de trein: ‘Je moet het schrijfproces niet te veel willen plannen’

By Boek schrijvenNo Comments

Paula Hawkins had lange tijd dezelfde baan als ik: ze was freelance journalist. Toen ik in 2013 debuteerde met mijn eerste thriller, schreef Hawkins ook aan een spannend boek, Het meisje in de trein. Het boek gaat over een vrouw die vanuit de trein getuige is van een schokkende gebeurtenis in een huis langs het spoor. Ze stapt naar de politie, waarna haar leven drastisch verandert.

Waar ik met Savelsbos ongeveer 3.0000 exemplaren verkocht, brak Hawkins vorig jaar alle records met Het meisje in de trein. Het boek is alleen in de Verenigde Staten al meer dan drie miljoen keer verkocht.

Hoe kreeg ze dat voor elkaar? Ik mailde Hawkins zeven vragen over het schrijven van Het meisje in de trein. Hieronder de vragen & antwoorden.

Read More
Schrijver van Alice in Wonderland

Waar haalde de schrijver van Alice in Wonderland zijn inspiratie vandaan?

By Boek schrijven2 Comments

Een stotterende wiskundeleraar met een voorliefde voor drugs en een verdacht grote interesse in kinderen. Dat is het beeld dat vaak wordt geschetst van Lewis Caroll, de schrijver van Alice in Wonderland. Hij zou bij het schrijven van zijn wereldberoemde boek zijn geïnspireerd door een 11-jarig meisje op wie hij heimelijk verliefd was. Verder zou hij het verhaal hebben bedacht onder invloed van paddenstoelen met een hallucinerende werking. Maar wat klopt er van die anekdotes? Wie was Lewis Caroll en hoe kwam hij op het idee voor Alice in Wonderland?

Read More

Waarom je geïnterviewden niet te veel moet citeren in je artikelen

By Artikel schrijven5 Comments

Ik lees niet graag oude artikelen van mezelf, vooral vanwege de lange citaten. In mijn eerste jaren als journalist maakt ik consequent dezelfde fout bij het citeren van geïnterviewden: ik gaf ze te veel ruimte. De citaten in mijn artikel bestonden soms uit zes of zeven zinnen. De mensen die ik had gesproken, kwamen over als spraakwatervallen.

Hieronder een voorbeeld uit een artikel dat ik vijf jaar geleden voor Intermediair schreef. In het stuk citeerde ik neurobioloog Dick Kraaij over de invoering van het studiehuis, een schoolsysteem waarbij leerlingen meer eigen verantwoordelijkheid krijgen. De geïnterviewde vond dat geen goed idee.

“Als neurobioloog kan zie ik de invoer van het studiehuis met lede ogen aan. De hersenen van 16-jarige mensen zijn simpelweg nog nog niet klaar om zo veel eigen verantwoordelijkheid te nemen, in zekere zin is hun brein nog te licht. Het gedeelte van het brein dat is betrokken taken zoals planning, zelfbeheersing en het delegeren van taken groeit nog tussen het achttiende en vierentwintigste levensjaar. Het is niet voor niets dat het studiehuis op middelbare scholen een mislukking is geworden.”

Op zich een interessant betoog. Maar de meeste zinnen hierboven had ik niet tussen aanhalingstekens moeten zetten. Ze hebben namelijk geen toegevoegde waarde als citaat. Het is uitleg, en iets uitleggen kun je altijd beter in je eigen woorden – door te parafraseren.

De hersenen van scholieren volgens neurobioloog Kraaij ’te licht’ voor het studiehuis. De hersenschors – het voorste deel van het brein –  is pas rond het 21e levensjaar volgroeid. En dat is nu juist het hersendeel dat je nodig hebt voor planning, zelfbeheersing en het delegeren van taken. “16-jarigen zijn nog niet klaar om veel eigen verantwoordelijkheid te nemen”, zegt Kraaij. “Het is niet zo gek dat het studiehuis op middelbare scholieren een mislukking is geworden”.  

Als je parafraseert, heb je meer vrijheid, omdat je niet letterlijk hoeft te herhalen wat de geïnterviewde zei.  Je kunt de informatie daardoor scherper en aantrekkelijker opschrijven. Zo ontstaat er een betere alinea die meer richting geeft aan je verhaal.

Citeren

Het percentage aan citaat in mijn artikelen ligt nu ongeveer de helft lager dan in mijn beginjaren als journalist. Sommige stukken bestonden destijds voor zeker 30 tot 40 procent uit citaten.

Dat vele citeren is volgens mij luiheid. Je schrijft precies op wat de geïnterviewde heeft gezegd en hoeft zelf niet te zoeken naar originele formuleringen.  Nu kies ik vaker voor parafraseren in plaats van citeren. Ik schat ik dat ongeveer 10 tot 15 procent van mijn artikelen tussen aanhalingstekens staat.

Volgens mij moet je een geïnterviewde alleen citeren in de volgende gevallen.

Read More
achtergrondartikel

Achtergrondartikel schrijven? De notendop-alinea maakt of breekt je verhaal

By Artikel schrijven2 Comments

Als ik vastloop bij het schrijven van een achtergrondartikel, gebeurt dat meestal in de derde of vierde alinea. Zo verslikte ik me een tijd geleden in een stuk voor KIJK.  Het artikel ging over de vraag waarom  chimpansees zo vaak gewelddadig gedrag vertonen naar elkaar.

In de eerste alinea’s schetste ik twee moorden waarbij chimpansees werden vermoord door soortgenoten. Wat mij betreft een pakkende opening. Maar daarna ging het mis. In de derde alinea begon ik meteen te vertellen over het wetenschappelijk onderzoek naar het geweld onder chimpansees (zie eerste versie). De lezer blijft op dat moment met vragen zitten: waar gaat dit artikel precies heen? Waarom moet ik doorlezen? Wat ga ik nog te weten komen?

De eindredacteur mailde me dan ook met commentaar. ‘Volgens mij moet je iets veranderen aan het begin, dat loopt nog niet lekker. Ik mis de alinea die me introduceert in het verhaal.’

Achtergrondartikel zonder notendop

Hij had gelijk. Het is goed om een achtergrondartikel te beginnen met een anekdote waarmee je de lezer nieuwsgierig maakt en emotie oproept. Maar daarna moet je ter zake komen met de zogenoemde nut graph (of notendop-alinea). Het is de belangrijkste alinea van je verhaal, een soort wegwijzer waarin je in het kort uitlegt waar het artikel over gaat en wat de lezer erin te weten zal komen.
Als dit stuk tekst ontbreekt, heb je grote kans dat je publiek afhaakt. Hieronder leg ik je uit hoe je zo’n ‘notendop-alinea’ schrijft en aan welke vijf kenmerken de paragraaf nog meer moet voldoen

– zoals je begrijpt, heb je zojuist de nut graph van dit achtergrondartikel gelezen –

Read More