Skip to main content
Category

Zakelijk schrijven

out-of-office-reply

Out-of-office-reply schrijven: 7 tactieken voor meer rust en een beetje humor

By Zakelijk schrijvenNo Comments

Afgelopen zomer plofte deze out-of-office-reply in mijn mailbox.

Tot en met 31 mei ben ik op vakantie! Voor dringende zaken – cavia’s nemen de wereld over, die orde van grootte – ben ik bereikbaar op onderstaand telefoonnummer.

Het was de afwezigheidsnotificatie van mijn Volkskrant-collega Ronald Velthuizen, tot nu toe de enige out-of-office reply die me hardop deed lachen. Het schrijven van een goede afwezigheidsnotificatie lijkt een routineklusje waaraan je niet veel verkeerd kunt doen. Je informeert je lezer simpelweg dat je afwezig bent en noemt de datum waarop je weer terug bent van vakantie.

Out-of-office-reply schrijven

Maar met een goede out-of-office-reply kun je meer bereiken: sympathie en meer rust voor jezelf. Als je bijvoorbeeld schrijft dat mensen je alleen mogen bellen als cavia’s de dienst gaan uitmaken, zullen de meeste mailers tenminste glimlachen én drie keer nadenken voordat ze de telefoon pakken en je uit je vakantiebubbel bellen.

Maar hoe componeer je een sympathieke afwezigheidsmelding? Wat zijn de beste tactieken om jezelf en je lezer een goed gevoel te bezorgen? Zeven tips en voorbeelden van experts.

Read More
ambtelijk taalgebruik

Deze 13 ambtelijke uitdrukkingen maken je teksten afstandelijk en saai

By Zakelijk schrijven5 Comments

Tot een paar jaar geleden gebruikte ik regelmatig een vorm van ambtelijk taalgebruik in e-mails. Als ik ergens solliciteerde naar een baan of opdracht, begon ik met: ‘Geachte meneer/mevrouw’

Daarmee toon je beleefdheid en respect, zo was me geleerd.  Totdat ik op een dag een reply kreeg van een hoofdredacteur.

‘Wat grappig dat je me aanschrijft met ‘geachte’. Ik dacht dat alleen mensen in de politiek elkaar zo aanspraken: ‘geachte leden van de Staten-Generaal!’

Hij had gelijk. ‘Geachte’ is een onnodig formeel woord. Dat besef je vooral als je zelf zo wordt aangesproken. Als ik ‘Geachte meneer Rijnvis’ wordt genoemd in een mail, voel ik me veel minder op mijn gemak dan wanneer ik gewoon wordt aangesproken met ‘Meneer Rijnvis’ of nog beter, ‘Beste Dennis’

Ambtelijk taalgebruik

Het woord ‘geachte’ is maar het topje van grote ijsberg van ambtelijk taalgebruik in e-mails, artikelen en rapporten. Volgens mij zijn er veel formele woorden, zinnen en uitdrukkingen waarmee je onbedoeld je lezers kunt vervreemden van een tekst.

Zelfs in artikelen voor een breed publiek staan soms termen als ‘edoch’, ‘inzake’ en ’tevens’ (lees verder voor voorbeelden). Eerlijk gezegd geloof ik niet meer dat ze uit beleefdheid worden gebruikt of uit respect voor de lezer. Onbewust kiezen we volgens mij voor ambtelijk taalgebruik als we zelf respectabel willen overkomen.

We kennen formele woorden als ‘geachte’ en ’tevens’ uit e-mails van overheidsinstellingen, bedrijven en mensen, die gezag willen uitstralen. Als we ze zelf in onze tekst verwerken doen we stiekem hetzelfde: we hopen dat de lezer onder de indruk raakt.

Maar het gekke is dat ambtelijk taalgebruik vaak averechts werkt en juist weinig effect heeft.

Wanneer heb je voor het laatst iemand in het dagelijks leven aangesproken met ‘geachte’? En gebruik je in een gesprek ooit woorden als ‘doch’ of ‘tevens’? De termen zijn voor veel mensen onbekend en staan ver van hun bed: ze voelen zich er niet door aangesproken.

Kortom: als je voor een algemeen publiek wilt schrijven, komt een tekst met veel ambtelijk taalgebruik minder krachtig over. Je schept er afstand mee. Oordeel zelf, welke tekst is aansprekender?

Gaarne vernemen wij in uw schrijven wanneer uw aanvangt met uw werkzaamheden

of

Graag horen wij wanneer u met het werk begint

Nu is bovenstaande voorbeeld misschien wat overdreven, maar er zijn veel kleine formele uitdrukkingen die bij iedereen in de tekst sluipen – omdat je het zo geleerd hebt, uit gewoonte, of omdat je stiekem indruk wilt maken.

Hieronder 13 voorbeelden uit kranten, tijdschriften en mijn eigen werk.

Read More
motivatiebrief schrijven

Motivatiebrief schrijven – met deze methode gaat je brief leven

By Motivatiebief, Zakelijk schrijven10 Comments

Een goede motivatiebrief schrijven is in de eerste plaats een kwestie van clichés omzeilen, zoals deze:

Deze baan zie ik als een grote uitdaging.

Het is mijn droom om aan deze universiteit te studeren

Deze functie is op mijn lijf geschreven.

Deze vacature zie ik als een grote kans.

Dit vak is mijn grote passie.

Alsjeblieft,  doe jezelf en de lezer van je motivatiebrief een plezier en gebruik dit soort zinnen met mate.  Je staat dan al 1-0 voor: je onderscheidt je van alle andere brieven die bol staan van dit soort dertien-in-dozijn-uitdrukkingen.
Iedereen die op een baan solliciteert kan schrijven dat het zijn droom is. Iedereen die zich aanmeldt voor een studie als geneeskunde of rechten kan zeggen dat de studie hem of haar op het lijf geschreven is. Maar daar zitten de mensen die je motivatiebrief beoordelen niet op te wachten. Het moet dus anders.

Wil je een heldere en meeslepende motivatiebrief schrijven en bovenop de stapel komen te liggen bij je beoordelaars, lees dan verder.

Read More
nieuwsbericht schrijven

Een nieuwsbericht schrijven in 7 stappen – de stroomstoringmethode

By Zakelijk schrijven9 Comments

Een nieuwsbericht schrijven is een vak apart. Je begint namelijk niet bij het begin van een verhaal, maar in het midden. Hieronder lees je in zeven stappen hoe je een goed nieuwsbericht opbouwt volgens de ‘stroomstoringmethode’. Maar dit artikel gaat ook over een loslopende chimpansee op Schiphol. (Klik hier als je liever een achtergrondartikel wil schrijven)

Stroomstoring

Read More
geld verdienen met bloggen

Wat je als journalist verdient + 9 tips om te onderhandelen

By Zakelijk schrijvenNo Comments

Kun je daarvan leven? Die vraag krijg ik regelmatig als ik vertel dat ik artikelen schrijf voor kranten, tijdschriften en websites. Bij deze het antwoord op de vraag: wat verdient een journalist?

Schrijven is geen vetpot. Bij mijn eerste opdrachtgever – De Delftse Post – verdiende ik ongeveer 30 euro voor een artikel van 800 woorden. Als ik met dat tarief een aanvaardbaar salaris zou willen verdienen, zeg 3.000 euro, dan zou ik 80.000 woorden per maand moeten schrijven, oftewel een boek per maand. Mijn thriller Savelsbos was iets meer dan 82.000 woorden lang.

Gelukkig verdien je als schrijver voor landelijke publicaties beter. De gemiddelde tarieven bij kranten en tijdschriften waarvoor ik nu werk, liggen tussen de 0,35 en 0,45 cent per woord.

Wat verdient een journalist?

Als ik maandelijks 3500 euro per wil verdienen – een bedrag waarmee ik prima kan rondkomen – moet ik 10.000 woorden per maand schrijven. Dat is één lang artikel per week (2.500 woorden) in bijvoorbeeld de Volkskrant, Psychologie Magazine, Quest of KIJK.

Daarmee heb je het als freelance schrijver in Nederland relatief makkelijk, zo blijkt uit dit onderzoek van de Amerikaanse infographic-website Venngage. Journalisten en tekstschrijvers in New York City moeten gemiddeld ruim 17.000 woorden per maand aan opdrachtgevers verkopen om hun rekeningen te betalen.

Maar het gaat hier natuurlijk om gemiddelden. Het antwoord op de vraag ‘wat verdient een journalist?’ hangt in grote mate af van waar je pitcht en hoe je met opdrachtgevers omgaat. Hieronder negen tips om je woorden voor een zo goed mogelijke prijs aan de man te brengen.

Read More
inkorten

Teksten inkorten: deze 9 zinsconstructies maken je tekst langdradig

By Zakelijk schrijven5 Comments

‘Ik denk dat ik in mijn leven al zeker 1000 keer ‘het feit dat’ heb geschreven, waarna ik het zinsdeel ongeveer 500 keer weer heb verwijderd. Dat ik het in de helft van de gevallen heb laten staan, maakt me verdrietig.’

Met deze zelfkritiek opent schrijver E.B. White zijn boek The Elements of Style, een flinterdunne maar inmiddels klassieke stijlgids voor schrijvers.

Herkenbaar. Een zin waarin je de constructie ‘het feit dat’ gebruikt, wordt altijd langer en ingewikkelder dan nodig. En toch moet ik het vaak schrappen uit mijn eerste versies van artikelen. Deze week schreef ik in een artikel over niertransplantaties de volgende zin:

Ze is gewend geraakt aan het feit dat ze dagelijks insuline moet spuiten.

Bij het herschrijven schrapte ik ‘het feit dat’ en de de zin werd onmiddellijk krachtiger.

Ze is eraan gewend dat ze dagelijks insuline moet spuiten.

Er zijn meer van dit soort overbodige, formele zinsdelen die ik vaak gedachteloos gebruik in eerste versies, zoals ‘de reden daarvan is…’, ‘niet voor niets’, of ‘in termen van’. Ook in artikelen van andere schrijvers zie ik dit soort formuleringen soms terugkomen.

Zinsdelen schrappen

Ik vermoed dat we dit soort taal allemaal onbewust gebruiken om zinnen iets gewichtigs te geven, misschien om onze eigen onzekerheid te temperen. Het werkt natuurlijk averechts. Als je ‘het feit dat’ schrijft, wordt iets niet opeens een feit. Het staat eerder een beetje geforceerd en plechtstatig. Daarnaast word je zin omslachtiger omdat je een bijzinnetje toevoegt na het woord je ‘dat’.

In The Elements of Style verklaart White samen met zijn mede-auteur (de illustere taalprofessor William Strunk) de oorlog aan dit soort langdradig taalgebruik.

Het boekje stamt uit 1918 en is gericht op de Amerikaanse taal, maar ook Nederlanders kunnen er veel van leren.

De conclusie van de auteurs:

‘Een zin zou geen onnodige woorden moeten bevatten en een paragraaf geen onnodige zinnen, net als dat een tekening geen onnodige lijnen bevat en een machine geen onnodige onderdelen’

Geïnspireerd door Strunk en White verklaar ik mijn eigen oorlog aan 9 onnodige zinsdelen waaraan ik me erger in mijn eigen teksten, en soms ook in teksten van anderen. Schrap deze zinsdelen liever nu dan straks uit je teksten.

Read More
content

7 redenen om artikelen geen ‘content’ te noemen

By Zakelijk schrijven7 Comments

Toen ik 16 was, vulde ik vakken bij de Albert Heijn. Het was tot nu toe de enige baan in mijn leven waarbij ik dozen moest uitpakken.

Ik haalde tubes tandpasta, pakken muesli of andere levensmiddelen uit de dozen. Vervolgens plaatste ik deze tubes en pakken netjes vooraan in de schappen, zodat klanten ze makkelijk konden pakken. Ik was er niet goed in. Sterker nog: na een paar weken werd ik ontslagen.

‘Je staat te veel te dromen en te denken, je moet gewoon die dozen uitpakken en graag wat sneller’, zei de supermarktmanager. ‘Volgens mij kun je beter wat anders gaan doen.’

Als ik mensen een artikel hoor aanduiden als ‘content’, moet ik altijd aan die korte periode als vakkenvuller denken.  Zeker als ze aan komen zetten met quotes als deze, van managementgoeroe Bob Boiko, schrijver van de Content Management Bible.

‘Een website zonder content is als een lege doos’

Bij dit soort uitspraken krijg ik het gevoel dat mijn oude supermarktmanager mee staat te kijken over mijn schouder terwijl ik aan het schrijven ben. En hoewel ik geloof dat hij een punt had toen me ontsloeg als 16-jarige (ik was geen beste vakkenvuller), zit ik bij het schrijven niet echt te wachten op zijn advies.

Volgens mij is de term ‘content’ voor artikelen niet alleen verkeerd gekozen, maar ook een beetje gevaarlijk – om de volgende 7 redenen.

Read More
tijdsplanning

Tijdsplanning: waarom we onze werkdagen meer moet plannen zoals de Kelten

By Zakelijk schrijven4 Comments

De hoofdredacteur van een tijdschrift waarvoor ik schrijf, belde vorige week dat mijn artikel nog niet goed genoeg was. Ze vroeg of we de tekst even konden doornemen.

Het is altijd een kleine dreun als je werk ter discussie staat, dus ik sprong op uit mijn stoel en klikte het nieuwsstukje waar ik aan werkte weg. In de bijkamer van mijn coworking-kantoor voerde een gesprek over wat er aan het artikel schortte.

Toen ik terugkwam bij mijn laptop, was ik nog steeds een beetje uit mijn doen. Ik vergat het nieuwsstukje waar ik mee bezig was en begon met opstellen van achterstallige rekeningen. Daarna nam ik me voor om het bekritiseerde artikel te verbeteren.

Totdat ik me besefte dat ik een telefonische interviewafspraak was vergeten, dus ik pakte de telefoon, maar ik was te laat. De geïnterviewde was niet meer bereikbaar. Ik werd boos op mezelf en kon me nauwelijks nog concentreren.

Toen ik naar huis ging, had ik het gevoel dat de dag een loopje met me had genomen. Op dat moment schoot me een advies te binnen dat ik kreeg van een druïde, een Keltische priester die ik twee jaar geleden interviewde .

Read More